Machu Picchu in Peru

Machu Picchu buiten de gebaande paden: Lares Trek

De beroemde Inca Trail is niet de enige weg naar Machu Picchu. Kies bijvoorbeeld voor de Lares Trek, een driedaagse trektocht door de Lares Vallei. Meer dan een alternatief voor de Inca Trail is deze trek een bestemming op zichzelf met turquoise bergmeren, duizelingwekkend hoge bergpassen en traditionele Quechua-dorpjes waar je het lokale leven van dichtbij meemaakt.

Aan de Inca’s worden vaak bovennatuurlijke krachten toegedicht. Hoe slaagden ze er anders in om hun zo beroemde steden te bouwen, en dat tegen de steile berghellingen van de Andes? Aurelia, een nazaat van diezelfde Inca’s, bevestigt dat vermoeden. Terwijl jij naar adem happend en gewapend met wandelstokken de berg beklimt, trippelt de 57-jarige Aurelia moeiteloos de bergpas over, op een paar versleten sandalen.

Inca vrouw in Peru

Haar enige hulpmiddel is een zak met cocabladeren waar ze om de zoveel tijd een pluk bladeren uit tevoorschijn haalt en in haar wang stopt. Tevreden kauwend zit ze in het gele berggras van de Andes, wachtend op de westerse wandelaars die haar onmogelijk bij kunnen houden.

Bekijk hier de beste tijd om te reizen naar Machu Picchu

Wandel over onbekende Incapaden naar Machu Picchu

Jullie Lares trektocht begon die ochtend in het dorp Amaru, op zo’n 35 kilometer van Inca-hoofdstad Cusco. In tegenstelling tot Cusco is het leven in de Lares Vallei weinig veranderd sinds de komst van de Spaanse veroveraars. Aurelia – jullie ezeldrijver voor de trektocht – spreekt alleen Quechua, de lingua franca van de Inca’s. Haar tienkoppige gezin leeft van hun dieren en wat ze op de door de Inca’s aangelegde terrassen verbouwen.

Lama op de Lares Trek naar Machu Picchu

Jullie zijn op weg naar de ‘Verloren Incastad’,  zoals de Amerikaanse ontdekkingsreiziger Hiram Bingham de Machu Picchu doopte in 1911. Maar in plaats van de bekende Inca Trail lopen jullie een driedaagse route over onbekendere Incapaden. Want de Inca’s bouwden niet alleen geweldige steden, ze legden door hun gehele rijk ook een slim wegennetwerk aan. Zo konden hun rennende boodschappenjongens, chasquis genoemd, in slechts twaalf dagen een bericht van Quito naar Cusco rennen – een afstand van 1600 kilometer (!).

Ontdek de lokale Andescultuur

Er zijn dus meer wegen die naar Machu Picchu leiden. Een stuk minder drukke wegen bovendien, want op de Inca Trail worden honderden wandelaars per dag toegelaten. Bepaald geen ‘ongebaand pad,’ kortom. Tijdens jullie trekking door de Lares Vallei, aan de noordkant van de Heilige Vallei, komen jullie hooguit een handvol andere wandelaars tegen. Wel ontmoet je veel lokale bewoners, Quechua-boeren die aan het werk zijn op kleine akkers tegen de steile berghellingen, afgebakend met stenen muurtjes en voetballende kinderen.

voetballende kinderen in een dorp op de Lares Trek

En waar je op de Inca Trail veel ruïnes ziet, maak je tijdens de Lares Trek het lokale leven van dichtbij mee. ‘Weet je waarom deze dorpen zo afgelegen liggen?’ vraagt je lokale gids op het dorpsplein in Choquecancha, gebouwd op Inca-ruïnes hoog in de Andes. Het dorpje is uitgestorven, op een vrouw die al wol spinnend voorbijloopt na, met op haar rug een omslagdoek vol maiskolven. ‘Toen de Spanjaarden kwamen zocht de inheemse bevolking toevlucht in de bergen, om te ontsnappen aan de dwangarbeid van de veroveraars. En daar zijn ze gebleven.’

De laatste loodjes naar Machu Picchu

Uitzicht over inca stad Ollaytantambo bij Machu Picchu

Ook gaat de Lares Trek meer de hoogte in, met bergpassen van 4400 tot 4800 meter hoogte, vanwaar je geweldige uitzichten hebt op de vallei en besneeuwde bergtoppen van de Andes. Toch is de wandeling goed te doen, ook voor relatief ongetrainde lopers.

Ollantaytambo, eindpunt van de Lares trek

Anders dan de Inca Trail eindigt de Lares Trek niet in de oude Incastad, maar bij de ruïnes van Ollaytantambo, waar je alvast een voorproefje krijgt van de bijzondere bouwkunst van de Inca’s. Hier neem je de trein naar ‘Machu Picchu-dorp’ Aguas Calientes, een prachtige rit door de Heilige Vallei. Nog voor zonsopkomst de volgende ochtend sta je eindelijk voor de poorten van de beroemde Incastad.

Nog een klein stukje lopen en dan zie je de citadel liggen, gehuld in de laatste flarden ochtendmist. De stad is zo mooi dat die onwerkelijk lijkt. Gebouwd op deze onmogelijke plek in de jungle, met zijn perfect in elkaar passende muren en trapsgewijze terrassen. Bovennatuurlijke krachten? Het zou zomaar kunnen. Geweldige stedenbouwers? Zeker weten.